Oppervlaktewateren beschikken vanaf bepaalde dieptes over een zeer koude onderlaag. Uit deze koude onderlaag wordt water onttrokken door middel van een groot aanzuigfilter. Vervolgens zal het koude water via leidingen worden getransporteerd naar een warmtewisselaar.
De warmtewisselaar zorgt ervoor dat het koude water het warmere water van een ander gesloten systeem koelt, zodat deze gebruikt kan worden voor het koelen van machines en/of ruimtes.
Het onttrokken oppervlaktewater stroomt na deze handeling verwarmd terug naar de plas. In feite is er sprake van twee gesloten leidingnetwerken.
Eén netwerk waarbij koud water onttrokken wordt en verwarmd retour gaat naar de plas. In het andere netwerk wordt warm water gekoeld en circuleert het door het gebouw.