De Japanse, Sachalinse en Bastaard Duizendknoop (de Japanse Duizendknoop) zijn nagenoeg onuitroeibare woekerplanten die tot veel problemen leiden in zowel de stad als natuurgebieden. De planten verspreiden zich met name door menselijk handelen, zoals maaien en grondverzet. Daarom is het belangrijk om voorafgaande aan (grond)werkzaamheden te weten of de grond vrij is van Japanse Duizendknoop.
Wij hebben een onderzoeksmethode ontwikkeld om na te gaan of Japanse Duizendknoop aanwezig is in grond. Risicovolle delen van de Japanse Duizendknoop kunnen voorkomen in zeer kleine omvang, maar ook in de vorm van grotere worteldelen. Een vergelijkbare complexiteit doet zich voor bij het onderzoek naar asbest in grond en puingranulaat. Voor de strategie bij het grondonderzoek in relatie tot Japanse Duizendknoop wordt daarom aangesloten op de normering voor asbest (NEN5707). In de praktijk kunnen de onderzoeken gecombineerd worden uitgevoerd.
Een grondonderzoek naar Japanse Duizendknoop bestaat uit:
– Een vooronderzoek (informatie locatie of herkomst partij grond);
– Een visuele inspectie van locatie en grond;
– Monsterneming en analyse van wortels of grond;
– Rapportage van de resultaten.
Op basis van het vooronderzoek, de visuele inspectie en de bemonstering van de grond, wordt nagegaan of er al kan worden vastgesteld dat er Japanse Duizendknoop aanwezig is. Vervolgens wordt het verzamelde verdachte wortel- óf grondmateriaal (bij afwezigheid wortels) onderzocht met behulp van een DNA-analyse of kiemproef. De laboratoriumresultaten van de DNA-analyse zijn na twee werkweken bekend. De resultaten worden hierna geïnterpreteerd en opgeleverd in een rapport. Met deze methodiek (vooronderzoek, locatie inspectie én laboratoriumanalyse) kan men stellen dat alles is gedaan om te bewijzen dat de grond besmet of vrij is van de Japanse Duizendknoop.
Toepassingen: onder andere bodemonderzoek, partijkeuringen, saneringen en het afperken van groeilocaties.
