De toekomst van circulaire grondstromen: een gesprek met Fred Mudde
Nederland heeft ambitieuze doelstellingen gesteld voor circulariteit: tegen 2050 wil het land volledig circulair zijn. Fred Mudde, Senior beleidsmedewerker bij het Ministerie van Infrastructuur en Waterstraat, legt uit hoe deze visie zich vertaalt naar het circulair inzetten van grondstromen. In een wereld waar grond een steeds schaarser goed wordt, is het essentieel om bestaande grondstromen efficiënt te hergebruiken en de milieu-impact te minimaliseren.
Doelen voor 2030 en 2050
Vooruitlopend op 2050 zijn er al tussentijdse doelen gesteld voor 2030, gericht op hoogwaardig en lokaal hergebruik van grond. “We streven ernaar dat vrijkomende gronden zo hoogwaardig mogelijk worden toegepast in hetzelfde gebied,” zegt Mudde. “Dit beperkt transportbewegingen en daarmee CO₂- en energie-emissies. Bovendien behoud je de biologische en chemische eigenschappen van de grond in dat specifieke gebied, wat bijdraagt aan vitale bodems.” Een tweede doel is het hergebruik van secundaire grondstromen, waarbij de verwachting is dat de primaire stromen zullen afnemen. “Daardoor ontstaat een grotere behoefte aan een circulaire omgang met secundaire stromen. Dit zijn de twee belangrijkste doelstellingen op het gebied van circulaire grond,” aldus Mudde.
Grondverzet: een onderbelicht thema binnen gebiedsontwikkeling
Hoewel circulariteit steeds vaker op de politieke en maatschappelijke agenda staat, blijft grondverzet vaak onderbelicht. “In de meeste gevallen komt grondverzet alleen in beeld bij verontreiniging,” zegt Mudde. “Maar bij gebiedsontwikkeling, zoals woningbouw, klimaatadaptatie en dijkversterking, zou vooraf al moeten worden nagedacht over welke grond er nodig is en welke grond er vrijkomt. Helaas wordt dit proces nu veelal aan de markt overgelaten.”
Het vorige kabinet zette een belangrijke stap door de Tweede Kamer te informeren dat ruimtelijke ontwikkelingen, zoals woningbouw, meer rekening moeten houden met de invloed op water- en bodemkwaliteit. “Er werd benadrukt dat bij gebiedsontwikkeling vooraf goed moet worden nagedacht over hoe grond gebruikt en beheerd kan worden, om negatieve effecten, zoals bodemdaling, te beperken,” vertelt Mudde. Hij noemt als voorbeeld de discussies rondom een bouwproject in Gouda, een gebied dat kwetsbaar is voor bodemdaling. Het kabinet heeft aangedrongen om aan de voorkant sturend te overwegen hoe om te gaan met het water- en bodemvraagstuk. “Je ziet nu langzaam een bredere bewustwording ontstaan onder gemeenten, provincies en organisaties zoals Rijkswaterstaat en waterschappen. Steeds meer partijen overwegen nu al in de beginfase hoe ze met vraagstukken rondom bodem willen omgaan en welke rol grond daarin speelt,” aldus Mudde.
Innovatieve aanpak
De provincie Friesland heeft een innovatieve aanpak geïntroduceerd met het project Grip op Grond, waarbij vraag en aanbod van grondstromen op regionaal niveau beter op elkaar worden afgestemd. “Alle grond die vrijkomt binnen Friesland wordt zoveel mogelijk weer binnen de provincie toegepast, waardoor er een gesloten balans ontstaat,” legt Mudde uit. “Dit levert financieel voordeel op. Wanneer je dit aan de markt overlaat, betaal je vaak twee keer: eerst om de grond af te voeren, en vervolgens om nieuwe grond aan te voeren. Door projecten direct op elkaar af te stemmen, kunnen deze dubbele kosten worden vermeden.”
Daarnaast wordt er gewerkt aan systemen om vraag en aanbod van grond nog beter op elkaar af te stemmen. “We willen een koppeling maken met de Basisregistratie Ondergrond (BRO), waarin allerlei milieudata wordt opgenomen,” vertelt Mudde. “Zo kan een bodemonderzoeker direct de kwaliteit van vrijkomende grond inzien, en kan er via een soort marktplaats worden bepaald waar deze grond het beste kan worden toegepast. Naar zo’n systeem zijn wij nu aan het toewerken.”
Voordelen van circulair grondgebruik
Fred Mudde ziet de voordelen van circulair grondgebruik op lange termijn als veelbelovend. “Het kan op termijn kostenbesparingen opleveren, hoewel dat mede zal afhangen van hoe we in de toekomst de waarde van grond zullen benaderen” legt hij uit. “Daarnaast bespaart het op het gebruik van primaire grondstoffen zoals zand en grind, die we in de toekomst harder nodig zullen hebben voor andere doeleinden, zoals de bouw.” Door eerst secundaire grondstromen te benutten voor ophogingen en andere projecten, kunnen primaire bronnen worden gespaard.
De kwaliteit van de bodem speelt ook een belangrijke rol. “We streven naar vitale bodems in Nederland. Secundaire grondstromen bevatten vaak al een hoge mate van biologische samenstelling, wat bijdraagt aan een gezonde bodemstructuur in bijvoorbeeld tuinen en parken. Primaire grond, zoals gewonnen zand uit zee, heeft daarentegen weinig biologische waarde,” aldus Mudde.
Mini-symposium: circulair bouwen
Tijdens het mini-symposium over circulariteit tijdens Infra Relatiedagen hoopt Fred Mudde vooral de dialoog aan te gaan met onder andere overheden, aannemers en projectontwikkelaars. “Ik ben benieuwd hoe projectontwikkelaars en aannemers naar dit thema kijken en hoe ze zelf sturing zouden geven aan grondstromen,” legt hij uit. Mudde verwacht dat de toenemende sturing door overheden op grondbeheer de aannemerij zal uitdagen, omdat het een deel van hun werkgebied raakt. Voor projectontwikkelaars ziet hij een belangrijke rol in het vooraf nadenken over de circulaire inzet van grond in nieuwe projecten. “Bij gebiedsontwikkeling moet je je afvragen: wat wil ik met dit gebied, welke functie krijgt het, en welke grond heb ik daarvoor nodig? Het is belangrijk dat zij deze vragen al aan de voorkant van een project meenemen,” aldus Mudde.